



Neem in Bénodet het bootje voor voetgangers en fietsers (in het seizoen) naar de overkant en breng een bezoek aan Sainte-Marine! Deze verleidelijke, kleine vissers- en jachthaven ligt tussen de zee en de riviermonding, tussen rotsachtige baaien en pijnbomen. Bepalend voor deze charmante plaats zijn de kleine kapel en een schuilplaats voor zeelieden met een mooie roze gevel. Ver van de drukte van Bénodet vind je hier vlak aan het water uitnodigende terrassen. De Rue du Phare wijst de weg naar de punt van Combrit, waarvandaan je een mooi uitzicht hebt over de oceaan.
Via het pad dat langs het grote strand loopt kom je aan bij Ile Tudy. Zonder een oversteek te maken! Hier bouwde Tudy, ook wel Tugdual genoemd, de eerste kluizenaarswoning voordat hij in Loctudy een klooster oprichtte. In die tijd was het eiland niet met het vasteland verbonden. Het leven was er zwaar en na elke storm was het dorp overdekt met zand en zout water. Nadat in de 19e eeuw een weg was aangelegd op de dijk, veranderde het eiland in een schiereiland dat rijke Bretons en kunstenaars uit Parijs aantrok.
Via het kustpad of de veerboot arriveer je in de typische haven van Loctudy. Al slenterend door de smalle straatjes ontdek je de kleine huisjes omringd door vestingmuren. De zandplaat biedt het beste uitzicht op het dorp. Op het lange zandstrand kunnen de kinderen vervolgens worden ingewijd in de geheimen van de catamaran en van het windsurfen.
De Bretonse kap, een bekend symbool van Bretagne. Maar wist je dat het opdoen van deze gesteven kap meer dan een half uur kost? Tussen 1880 en de jaren 1950, toen ze uit het straatbeeld verdween, bleef de kap doorgroeien en bereikte ze zelfs 32 cm. Tegenwoordig wordt de kap gedragen tijdens folkloristische feesten.