



Het bos van Huelgoat (wat “hoog hout” in het Bretons betekent), heeft altijd volkse verhalen geïnspireerd. Rotsen met eigenaardige vormen, menhirs, plaatsen met mysterieuze namen die verwijzen naar koning Arthur, de duivel of naar de Heilige Maagd. Mis hier niet de chaos van de molen, de rivier de Argent, de grot van de duivel, de afgrond en het kamp van Artus.
Hoe is een dergelijke chaos van rotsen te verklaren? Volgens de legende vroeg Gargantua, die door dit gebied trok, de bewoners van het bos om wat gastvrijheid. Woedend omdat hij slechts een pap van zwarte boekweit kreeg, ging hij naar de Léon. En om zich te wreken, gooide hij rotsen die hij onderweg tegenkwam naar de plek van de tegenwoordige chaos.
Tijdens de wandeling kun je veel plezier beleven aan het herkennen van de originele en absurde vormen van de rotsen. Zo is het huishouden van de Maagd Maria te herkennen. Op deze plek was volgens de inwoners van Huelgoat het eerste huis van Maria. Je kunt hier met een beetje fantasie een pollepel, een vork, een bed en een paraplu onderscheiden. Verderop waakt de grot Artus over de rust van Arthur, de koning van de Bretons, en in zijn kamp (het kamp Artus) vind je misschien de beroemde schat die Merlijn de tovenaar hier heeft gegeven aan beschermgeesten.
In het bos vind je ook een reusachtige steen, genaamd “Roche Tremblante”, die zwaarder weegt dan 100 ton. Deze rots kun je laten bewegen, al moet je wel weten waar en hoe je precies tegen de rots moet aanduwen … Klaar om deze uitdaging aan te gaan?
VVV-kantoren Monts d’Arrée