Pont-l’Abbé, een erfgoedstadje aan het begin van een estuarium, werd door de Franse schrijver Maupassant gekarakteriseerd als « de meest Bretonse van alle Bretonse steden ». Het kasteel, de brug waaraan het stadje zijn naam dankt en fraaie reders- en koopmanshuizen herinneren aan roemrijke tijden. In dit land van legenden, het Pays Bigouden, bereikte de beroemde muts van het traditionele kostuum zijn letterlijke hoogtepunt, als zichtbaar bewijs van de vaardigheid van kantwerkers en -werksters.
Klik, doe inspiratie op en start…
Ontvang de nieuwsbrief over Bretagne!
Ontdekken Pont-l’Abbé
Vanaf de kaden, die gebouwd zijn met stenen afkomstig van de stadsmuren, leiden smalle straatjes naar de gotische kerk, Notre-Dame-des-Carmes. Het is het enige overblijfsel van een 14de-eeuws klooster. De kapel, gebouwd in de typerende stijl van de bedelorden, heeft prachtige gebrandschilderde ramen uit de 19de eeuw. Het rozenvenster heeft zijn oorspronkelijke ramen nog: ze zijn gevat in een kantwerk van graniet.
Monumenten die de sporen dragen van een tumultueus verleden
Zodra je de brug gepasseerd bent, zie je het kasteel dat zich spiegelt in het water. Van het 14de-eeuwse fort zijn donjon en kelders bewaard gebleven. Het woongedeelte werd in de 18de eeuw herbouwd, nadat het in brand was gestoken door opstandige boeren, de Bonnets Rouges. Hun verzet tegen nieuwe belastingen leidde tot represailles: op last van de Zonnekoning werd de toren van de kerk van het stadsdeel Lambour in 1675 verwoest. De ruïne met de gevels in flamboyante stijl zijn zeker een omweg waard.
Wist Je Dit?
Frankrijk telt 9 bewoonde bruggen. Op die van Pont-l’Abbé staan woonhuizen, een koekfabriek en Le Minor, waar kabigs (vissersjasjes) gemaakt worden en tafellinnen met gestileerde motieven.
Een belangrijke handelsplaats
Langs de straten en pleinen staan deftige huizen uit de 16de en 17de eeuw, gebouwd door de adel uit de omgeving. De meeste van die opvallende huizen werden echter gebouwd in de 19de eeuw, door kooplieden die rijk geworden waren in de handel, en dan vooral de aardappelhandel. Die handelstraditie zie je nog steeds: aan de donderdagse markt, de grootste van de streek, en aan de vele winkels langs de straatjes van de stad.