



De middeleeuwse vluchthaven Blavet was tevens een doorvoerhaven voor wijn, zout en granen. De Spanjaarden richtten in 1590 een deel van de citadel op. Nadat de mannen van Juan del Aguila vertrokken waren, voltooide Louis XIII de vestingwerken in 1637 en kreeg de stad de naam Port-Louis. De Indische Compagnie vestigde zich in Port-Louis, die in een walm van kruidige geuren een welvarende periode doormaakte. Na de verhuizing van de Compagnie naar Lorient schakelde de stad over op visserij en toerisme.
In de citadel herleef je het boeiende avontuur van de Indische Compagnie, die in 1664 door Colbert is opgericht. Als je de maquettes van de boten aan het bewonderen bent of de nagemaakte toonbanken, de stoffen, specerijen en het porselein, waan je je op de Afrikaanse en oosterse vaarroutes. Voor de bemanning was er niet echt sprake van een luxe cruise. Daarvan getuigen de verontrustende instrumenten van de scheepartsen!
Al sinds zijn oprichting bewaakt de citadel twee bastions met een Iberische allure. Je bereikt de citadel als je een kleine brug en daarna een driehoekig verdedigingswerk, de halve maan, oversteekt. Op de bloemrijke gang langs de borstwering blijven de stille kanonnen gericht op Ile de Groix. Tegenwoordig zijn het enkel vreedzame blikken die zich richten op de Pointe de Gâvres. Bij het braakland waar vroeger een oude legerplaats was gevestigd, kom je via een deur die in de vestingmuur is aangebracht bij het strand Grands Sables.
De door korstmossen goudgekleurde vestingmuren beschermen statige woningen en knusse huizen. De traditionele huizen (Rue des Dames en Rue Driasker) zijn onder Louis XIV uitgebreid en verfraaid met daklijsten en frontons. In de 18e eeuw bouwden kooplieden “guettes” (kapellen) op hun dak om de komst van hun boten in de gaten te kunnen houden. De vissershuizen staan dicht bij elkaar in de havens van Loc-Malo en La Pointe.
In de vestingmuren zijn beroemde gevangenen, waaronder Louis-Napoléon Bonaparte, weggestopt.
VVV-kantoren Lorient Bretagne Sud