
©Teddy Verneuil

©Teddy Verneuil Lezbroz

©Yannick Le Gal

©Eugénie Ragot
In 1664 vestigt de Indische Compagnie zich in de baai van Port-Louis. Al snel breidt de Compagnie uit naar de andere oever van de Scorff. Op de nieuwe scheepswerven wordt het schip Soleil d’Orient, bijgenaamd L’Orient, gebouwd dat zijn naam zal geven aan de nieuwe stad! Het panorama op de citadel van Port-Louis, de gebouwen in de haven met de Tour de la Découverte en het Hôtel des Ventes Gabriel, herinneren aan het rijke verleden gekleurd door de handel in zijde en specerijen.
Naarmate de activiteiten in Lorient zich verder ontwikkelden, worden havens aangelegd: een marinehaven, een handelshaven in Kergroise en een vissershaven in Kéroman. Die laatste is de op één na grootste vissershaven van Frankrijk. Op de kades en op de visafslag zorgen boten, mensen en machines elke morgen voor een geanimeerd spektakel! Kraakverse vissen en zeevruchten worden onmiddellijk naar de hallen van Merville gebracht
Kéroman heeft, zoals elke stad in Lorient, zwaar geleden tijdens de oorlog. Tussen 1941 en 1943 bouwden het Duitse leger er een basis voor onderzeeërs. Vandaag hebben deze betonnen bunkers een meer vreedzame bestemming gekregen. Ze herbergen een museum gewijd aan onderzeeërs en je kunt er de onderzeeër Flore bezoeken. In het stadscentrum werd een schuilkelder, die herinnert aan het bijzondere leven uit die tijd, opengesteld voor het publiek. In de straten staan art decohuizen uit de jaren ’30, die tijdens de bombardementen werden gespaard, naast moderne, naoorlogse gebouwen.
De onderzeebasis heeft zijn koers gewijzigd en heeft een nieuwe bestemming gekregen. Er is nu een centrum voor zeezeilen in ondergebracht. Het vlaggenschip heet Cité de la Voile Eric Tabarly. Dit schip van glas en metaal neemt de bezoekers aan de hand van leuke en interactieve workshops mee naar de maritieme wereld. Aan de voet van het gebouw, bij de gezellige terrasjes, nodigt de beroemde Pen Duick van Eric Tabarly uit om op reis te gaan.
Lorient is niet alleen actief, het kan ook feesten! Rond de jacht- en passagiershaven komt elk jaar een zee van mensen samen om te feesten en de Keltische volkeren te eren. Met kilts, binious (Bretonse doelzakken), Ierse violen en gaita’s (Galicische doedelzakken) eert het Interkeltisch Festival een erg levendige cultuur! Na de grote parade, die wordt geopend door de bagad, een traditionele Bretonse muziekgroep uit het naburige Lann-Bihoué, zorgen concerten, fest-noz en reuzemaaltijden voor een hartelijke en gezellige sfeer.
Als je wilt kun je de emoties van de stad even achter je laten en tot rust komen langs de kust die zich uitstrekt tot de monding van de Laïta. Larmor-Plage, dat uitkijkt op de kleine binnenzee die deze baai vormt, heeft de allure van een Bretonse rivièra. Langs de villa’s loopt een kustpad dat zich uitstrekt naar het westen met het eiland Groix aan de horizon. Stranden en ankerplaatsen met uitzicht op de oceaan volgen elkaar op. Lomener biedt een leuke onderbreking voordat je een bezoek brengt aan Fort-Bloqué en zijn 18e-eeuwse fort, dat bij eb toegankelijk is. Op de stranden van Guidel komen surfers van alle niveaus samen. Tussen Finistère en Morbihan verandert het landschap in Le Bas-Pouldu, waar beboste oevers, zandbanken en rivieren in aanraking komen met de getijden van de Atlantische Oceaan. Een mooie plek om met de voeten in het water en met de neus in de wind te ontdekken!
Wil je een ander uitzicht op de baai? Vaar dan uit! Batobussen verzorgen de verbinding tussen Lorient, Port-Louis, Gâvres en Riantec. Deze pendelboten maken deel uit van het stedelijke busnetwerk en tonen duidelijk aan in welke mate de zee het leven in Lorient beïnvloedt.
VVV-kantoren Lorient Bretagne Sud Tourisme
Met een overstap in Parijs, kun je in 3 uur en 20 minuten vanaf Amsterdam naar Lorient vliegen. Met de trein reis je in 3 uur en 20 minuten van Amsterdam naar Parijs. Vervolgens reis je met de TGV (hogesnelheidstrein) in 3 uur van station Paris-Montparnasse naar Lorient (11 treinen per dag). Vanaf een groot aantal Franse steden rijden de bussen van Isilines, Flixbus of Ouibus naar Lorient. Met de auto moet je vanaf Amsterdam rekenen op ongeveer 10 uur en 45 minuten, via Parijs en Rennes.
Omdat het treinstation in het centrum van de stad ligt, kun je de stad gemakkelijk lopend verkennen. Ook de fiets is een prima manier om de stad te bekijken. Vanaf een euro kun je gebruik maken van een deelfiets van Vélo An Oriant. Het busnetwerk van Lorient, dat ook beschikt over een Batobus (watertaxi), bedient de agglomeratie, inclusief de Bretonse stranden, met lijnen naar onder andere Locmiquélic, Larmor-Plage, Port-Louis en Gâvres. Als je naar de eilanden wilt (Groix, Houat, Hoëdic en Belle-Ile-en-Mer) moet je naar het Gare Maritime (veerterminal) van Lorient.