Van de muren van Guérande tot de heuvels van Béganne
Zonsopgang en zonsondergang, dat zijn de mooiste momenten om te kijken naar het strijklicht, in een platbodem je weg te zoeken door de kanalen of op de fiets van het ene charmante gehucht met rietgedekte huisjes naar het andere te fietsen. Vogelaars kunnen hun geluk niet op met alle verschillende soorten vogels die hier in de moerassen beschutting zoeken. Het dorp Kerhinet, het eiland Fedrun en de klokkentoren van Saint-Lyphard horen tot de bezienswaardigheden die je niet mag missen. Even magisch (en vlakbij) liggen de zoutmoerassen van Guérande, met een oppervlak als een zilveren kaleidoscoop, nauwelijks verstoord door de reiger die opvliegt of de statige bewegingen van de paludier die het witte goud van deze streek oogst: de fleur de sel, het fijnste zeezout dat je je kunt denken. De middeleeuwse vesting Guérande zou je het Carcassonne van het noorden kunnen noemen.
Het Marais de Redon, dat ligt waar de Oust en de Vilaine samenvloeien, ademt een totaal andere sfeer. Hier wordt de rivier begrensd door steile hellingen, terwijl er moerassen te vinden zijn in de bredere dalen, die zich uitstrekken zo ver het oog reikt. Deze landschappen, waar zee en land elkaar ontmoeten, bieden schitterende panorama’s in een natuur die zeer goed bewaard is gebleven. Volg je een van de vele gemarkeerde routes, dan kun je zomaar verrast worden door prachtige dorpen, kerken of monumentale gebouwen. De heuvels van Béganne en Rieux, die als schitterende natuurlijke balkons boven de Vilaine hangen, moet je zeker ook bekijken, net als het 500 ha grote moeras van Gannedel, een vogelreservaat, of het Marais de Glénac, het belangrijkste onderdeel van de Grand site naturel de la Basse Vallée de l’Oust (de benedenloop van de Oust, een natuurlijke bezienswaardigheid van groot belang) waar je heerlijk kunt kanoën.