Je fietst van Saint-Brieuc naar Morlaix, langs binnenwegen door het platteland van Côtes d’Armor en ontdekt het andere gezicht van het binnenland van Bretagne. Het groene Bretagne, met zijn bomen, grote meren en fraaie bossen. Dat is eenvoudig genieten van het avontuur dat de natuur biedt in Argoat, met dorpen en kastelen, rivieren en kanalen.
Dag 1 – Saint-Brieuc > Lac de Bosméléac (45 km + 20 km als je heen en terug naar Moncontour gaat)
Verrekijker mee en vroeg op pad: vandaag fiets je langs een natuurreservaat, de Baai van Saint Brieuc. Dit is een van Bretagne’s bekendste plekken om vogels te observeren. Daarna rijd je door naar Quessoy of Hénon, waar je je lunch kunt kopen. Via een gemarkeerde omweg kun je naar Moncontour fietsen. Dit middeleeuwse stadje ligt hoog op de rotsen en is omringd door imposante 13e-eeuwse vestingwerken. Met zijn wirwar aan geplaveide straatjes behoort het tot de meest charmante Bretonse stadjes.
Weer terug of de hoofdroute ga je nu via een mooie rit door het golvende platteland richting het Lac de Bosméléac. Dit grillig gevormde meer is 4 km lang en is bijzonder in trek bij vissers en watersporters. Dankzij de rust die hier heerst, kun je heerlijk bijkomen op de camping.
Dag 2 – Lac de Bosméléac > Lac de Guerlédan (47 km)
Stap weer op en volg de Rigole d’Hilvern, die je langs bossen en weiden naar de dorpjes Quillio en vervolgens Saint-Thélo brengt. Onder de regering van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, was deze streek het centrum van de productie van linnen stoffen die over de wereld bekend waren vanwege hun uitstekende kwaliteit. Neem de tijd, dwaal op je gemak door de mooie straatjes en geniet van de schitterende koopmanshuizen voor je verder fietst langs de Rigole. Deze drooggevallen waterloop voorzag in de 19de eeuw het Kanaal van Nantes naar Brest van water en is nu omgezet in een Voie Verte. Langs de route, die vredig slingerend de flank van de heuvels volgt, staan grote beuken en kastanjebomen, terwijl in de diepte de Oust stroomt.
Na de lunchpauze fiets je naar de oevers van het Lac de Guerlédan. Dit schitterende meer is ontstaan door de aanleg van een stuwdam met een waterkrachtcentrale en ligt in het grote bosgebied van Quénécan.
Dag 3 – Lac de Guerlédan > Carhaix (57 km)
Voordat je het Kanaal van Nantes naar Brest bereikt, kom je bij de abdij Bon Repos. Deze cisterciënzerabdij ligt op de oevers van de Blavet en zijn trotse contouren komen fraai uit tegen de idyllische, beboste achtergrond. Twee kilometer verder liggen de Forges des Salles, een complex waar ijzer geproduceerd en bewerkt werd. Rond een 19de-eeuwse ijzersmeltoven worden het industriële erfgoed en het dagelijks leven van toen in beeld gebracht. Gouarec, een leuk dorp met huizen uit schist, is een goede plek voor een lunchpauze.
Volg het jaagpad weer en de volgende stop is de dubbele sluis bij Coat Natous, met de fraaie kapel van Notre-Dame de la Pitié. Neem vervolgens een kijkje bij de Grande Tranchée, de grote doorgraving bij Gomel, uitgevoerd door gevangenen, en bij de vijftien sluizen die aangelegd zijn over een afstand van 4 km tussen Saint-Péran en La Pie. Carhaix is nu niet ver meer.
Dag 4 – Carhaix > Huelgoat (23 km)
Maak eerst een wandeling door Carhaix voor je verdergaat. De stad, bekend van het festival Les Vieilles Charrues, heeft ook een Gallo-Romeins aquaduct en een archeologisch informatiecentrum over Vorgium, de stad die hier in de oudheid lag. Laat de AR van het informatiecentrum voor wat die is en fiets weer verder, naar Huelgoat. Deze plaats ligt aan de oever van een groot meer en wordt omringd door een geheimzinnig bos. Dwaal rustig een paar uur rond op deze magische plek, waar korrigans en reuzen huizen die leven geven aan een bijzondere formaties van rotsen met mysterieuze namen als de Afgrond van de duivel, het Feeënven of de Bewegende rots…
Dag 5 – Huelgoat > Morlaix (48 km)
Voor je Huelgoat verlaat, moet je voor een lunchpakket zorgen, want tot Morlaix kom je geen winkels of horeca tegen. Rijd op je eigen tempo midden door de natuur naar het klooster Saint-Thégonnec, op 3 km van de Voie Verte. Bezoek het Wolvenmuseum (Musée du Loup), uniek in Frankrijk, en fiets daarna naar de zee. Morlaix is het eindpunt. Deze Ville d’Art et d’Histoire, stad van (kunst)historisch belang, heeft een museum en prachtige vakwerkhuizen met uitspringende verdiepingen, het Maison à Pondalez bijvoorbeeld. Morlaix, met zijn talloze smalle straatjes, is ook bekend vanwege het spoorwegviaduct met negen bogen, dat Brest met Parijs verbindt. En ook Morlaix met Saint-Brieux, waar je de TER, de regionale trein kunt pakken om weer terug te keren naar je startpunt!
Alle informatie van de website én meer in één pdf.
